Waarom de kledingindustrie één van de meest vervuilende ter wereld is
16 maart 2018
Dat die kledingindustrie daarnaast ook een niet-te-onderschatten invloed heeft op het milieu, beginnen we de laatste jaren vaker te horen. Volgens Eileen Fisher is het de tweede grootste vervuiler wereldwijd, waarbij olie op één staat. Waarom is het produceren van onze kledij zo impactvol op het milieu en de gezondheid?
CO² uitstoot
De grootste factor is de afstand van onze kledij: 60% wordt geproduceerd in ontwikkelingslanden. Niet alleen drukt dat de prijzen, ook zijn bepaalde wetgevingen daar veel lakser. Eénmaal geproduceerd wordt de kledij naar andere landen verscheept. De vrachtschepen die hiervoor gebruikt worden stoten veel CO2 uit, mede omdat hier weinig regelgeving rond bestaat. Naast het vervoer, is de productie zelf ook verantwoordelijk voor een groot deel van de CO2 uitstoot. De energie die in fabrieken van de producerende landen gebruikt wordt is vaak afkomstig van steenkool. Goedkoop, maar er komen veel schadelijke stoffen bij vrij. Volgens de statistieken van Milieu Centraal is kledij goed voor een uitstoot van 5,3% CO2.
Waterverbruik
Topmerk Nike geeft in zijn duurzaamheidsrapport aan dat 73% van het totale waterverbruik bij de productieprocessen naar de teelt van katoen gaat. Om een jeansbroek te produceren is er gemiddeld 8000 liter water nodig. Voor een katoenen T-shirt is dit gemiddeld 2400 liter. Ter vergelijking: een gemiddelde douchebeurt verbruikt 40 liter water. Dat zijn heel wat douchebeurten in één broek of T-shirt.
Het waterverbruik op zich is al behoorlijk belastend, daarbij komt ook nog eens de vervuiling van het water. De textielindustrie wordt beschouwd als de belangrijkste vervuiler van water. Door het proces van ‘nat bewerken[1]’, wordt een grote hoeveelheid water met giftige afvalstoffen uitgestoten.
Elk jaar wordt 1,9 miljard liter drinkwater gebruikt om kledij te verven, om het vervolgens zonder zuiveren opnieuw in de rivier te dumpen. Door de vervuiling van dit water worden mensen ernstig ziek, sterven er dieren en gaat onze natuur kapot.
Afval
In de westerse wereld wordt veel en snel weg gegooid. Wij Belgen krijgen zelfs de titel van grootste textieldumpers van Europa. We gooien namelijk 14,8 kilo per jaar weg aan textiel. Volgens Milieu Centraal wordt 2/3 hiervan onmiddellijk weggegooid. De rest probeert men te recycleren, maar dit lukt steeds minder goed door de geringe kwaliteit van onze kledij. Goedkope kledij geeft als probleem bij het ontrafelen van de garen en vezels dat de overblijvende deeltjes stof te klein zijn om nog te hergebruiken.
Daarbij komt dat textiel een stof is die moeizaam af te breken is. Afhankelijk van welke stof kan dit langer of minder lang duren. Synthetische materialen zoals polyester, spandex en nylon kunnen er tot 200 jaar over doen om afgebroken te worden. Natuurlijke materialen kunnen een stuk sneller afgebroken worden indien ze zuiver zijn. Katoen zou bijvoorbeeld in één week tot vijf maand kunnen afbreken, wanneer juist gecomposteerd. Ook linnen, wol, bamboo, hennep en zijde nemen, wanneer volledig zuiver en juist gecomposteerd, relatief weinig tijd in beslag.
Uit de film Thread Community blijkt dat de katoenteelt woekert van het gebruik van insecticide en pesticide, ze zijn goed voor respectievelijk 25% en 10% van het wereldwijde gebruik. Schattingen zeggen dat 90% van alle katoenzaden in de V.S genetisch gemodificeerd zijn.
Wat nu gedaan?
Desondanks de harde cijfers is niet alles verloren. We zijn zelf verantwoordelijk voor onze keuzes en ook in de kledingindustrie geldt het economische principe van vraag en aanbod. Enkele tips om duurzamer om te gaan met je kledij:
1. Hergebruik. Soms denk je dat iets versleten is, maar is het eigenlijk nog te herstellen. Pak naald en draad of zoek inspiratie hoe je een oud kledingstuk origineler kan dragen.
2. Recycleer. Je kan kledij inzamelen in afvalcontainers die vervolgens gesorteerd wordt. Een deel daarvan wordt gerecycleerd om poetsdoeken en isolatie-of matrasvulling van te maken. Sommige textielstukken zijn moeilijker te recycleren en kunnen apart ingezameld worden voor specifiekere recyclage. Zo kan je in Gent je oude nylonkousen binnen brengen bij Just Hazel. Die komen dan bij Swedisch Stockings terecht om er op hun beurt nieuwe nylonkousen van maken. Oude lingerie kan je dan weer inleveren bij La Fille d’O.
3. Koop tweedehands, ruil en deel. Tweedehands werd al lang uit zijn geitenwollensokken reputatie gehaald. Je kan je kledij inleveren bij de kringwinkel, think twice of andere tweedehandszaken. Ook kan je met vrienden en familie kledij ruilen of naar een swishingmarkt gaan.
4. Als je nieuw koopt, koop dan duurzaam.
No Comment